Gedurende de zwangerschap vinden verschillende bezoeken aan je verloskundige plaats. Tijdens deze bezoeken wordt jouw gezondheid en die van de baby in de gaten gehouden. Ook krijg je advies tijdens deze controles.
In de eerste helft van je zwangerschap vinden elke 4 weken controles plaats. Naarmate je zwangerschap vordert, moet je steeds meer op controle. Dit ga je met je verloskundige bespreken.
De eerste controle
Als alles goed verloopt, vindt de eerste controle rond de 12e week van de zwangerschap plaats. Het is aangeraden om je partner mee te nemen. Tijdens deze controle wordt het volgende besproken:
- Het verloop van eventuele eerdere zwangerschappen;
- Duur van de zwangerschap;
- Wat voor werk doe je? Woon je samen met je partner?;
- Huidige medicijngebruik;
- Aanwezigheid van ziekten of aandoeningen van je partner en familieleden.
Ook wordt er lichamelijk onderzoek tijdens de controles uitgevoerd. De verloskundige gaat namelijk naar het hartje van je baby luisteren. Meestal maakt de verloskundige tijdens deze controle of de tweede controle een echo. Ook je bloeddruk wordt (bij elke controle) gemeten. Daarnaast kun je je beleving en gevoelens kwijt aan de verloskundige en krijg je antwoorden op al je vragen. Soms worden ook de urine en het gewicht gecontroleerd.
Vervolgcontroles
In de eerste 24 weken van je zwangerschap moet je elke 4 weken op controle komen. Tot de 30e week is dat elke 3 weken en na die 30 weken elke 2 weken. In de laatste weken van je zwangerschap (vanaf week 36) moet je wekelijks op bezoek komen.
In deze laatste weken kijkt de verloskundige naar de ligging van je baby, wordt de groei van je baarmoeder gemeten en wordt er gekeken of je baby al ingedaald is.
