De eerste keer dat jij je pasgeboren baby in de verloskamer vasthoudt, is een goed moment om te beginnen met het geven van borstvoeding. In het begin produceert je lichaam kleine hoeveelheden van een speciale melk, colostrum genaamd, die je baby beschermt tegen infecties. De buik van je baby is erg klein, dus hij heeft niet zoveel nodig. Als zijn buik groeit, zal je melk veranderen en produceren je borsten meer melk.
Met borstvoeding beginnen
Keer het hele lichaampje van je baby naar je toe, van borst naar borst. Raak zijn bovenlip aan met je tepel en als hij zijn mond wijd opent, zet je hem op je borst en ondersteun je je borst. Zijn mond moet niet alleen de tepel bedekken, maar zoveel mogelijk van de tepelhof (het donkere gedeelte eromheen). Raak niet in paniek als je baby moeite lijkt te hebben met het vinden van of het vasthouden je tepel. Het geven van borstvoeding vereist geduld en jullie moeten veel oefenen. Aarzel niet om een verpleegkundige te vragen wat je moet doen en vraag naar een lactatiekundige terwijl je in het ziekenhuis bent. Als je een te vroeg geboren baby hebt, kun je misschien niet meteen voeden, maar begin je met het kolven van je melk. Je baby krijgt deze melk via een tube of fles toegediend, totdat hij sterk genoeg is om via de borst gevoed te worden.
Als je eenmaal met borstvoeding bent begonnen, onthoud dan dat het geven van borstvoeding niet pijnlijk hoeft te zijn. Besteed aandacht aan hoe je borsten aanvoelen als je je baby voedt. Zijn mond moet een groot deel van de tepelhof onder de tepel bedekken en je tepel moet ver in de mond van je baby liggen. Als het pijn doet als je baby vast aan de tepel zit, breek dan de zuigkracht af (door je pink tussen het tandvlees van je baby en je borst te leggen) en probeer het opnieuw. Zodra je baby goed vastzit, doet hij de rest.
Voedingsfrequentie
Hoe meer je voedt, hoe meer melk je gaat produceren. Als je je baby 8 tot 12 keer per dag (24 uur) voedt, lig je vrijwel op schema. Het beste is om je baby te voeden als hij vroege tekenen van honger vertoont, zoals een verhoogd niveau van alertheid of activiteit. Huilen is een laat teken van honger – idealiter zou je je baby moeten voeden voordat hij begint te huilen. Tijdens de eerste paar dagen moet je je baby voorzichtig wekken om te beginnen met de borstvoeding, hij kan weer in slaap vallen tijdens het voeden. Om hem wakker te houden tijdens het voeden, kun je hem loswippen of een laagje kleding verwijderen. Om ervoor te zorgen dat je baby vaak of genoeg eet, kun je hem wakker maken als de laatste sessie vier uur geleden is.
Maak het gemakkelijk voor jezelf
Omdat voedingen tot 40 minuten kunnen duren, vooral in de eerste paar maanden, kun je dit beter in een gezellige ruimte doen. Houd je baby in een positie die niet pijnlijk voor je armen en rug is. Kies een positie die comfortabel voor je is. Als je zit, kan een voedingskussen je helpen bij het ondersteunen van je baby. Veel moeders gebruiken ook een voetenbank. Of je nu zit of gaat liggen, begin pas met de voeding als jij en je baby een goede en comfortabele positie hebben aangenomen.
Wat je moet eten
Een gezond dieet is alles wat je nodig hebt. Hoewel je melk voor je baby kunt produceren, zelfs als je voeding niet in orde is, zal het eten van een goed uitgebalanceerd dieet ervoor zorgen dat de hoeveelheid en kwaliteit van je melk beter is en je lekkerder in je vel zit. Volg je honger in plaats van calorieën te tellen en drink voldoende om goed gehydrateerd te blijven.
Veel moeders hebben vaker honger als ze borstvoeding geven, wat logisch is – je lichaam werkt de klok rond om moedermelk voor je baby te maken. Het eten van kleine maaltijden, afgewisseld met gezonde tussendoortjes (zoals je misschien ook al tijdens de zwangerschap hebt gedaan), is een goede manier om je honger onder controle te houden en je energieniveau hoog te houden. Volgens de algemene richtlijn hebben de meeste vrouwen die borstvoeding geven ongeveer 200 tot 500 extra calorieën nodig. Tijdens het geven van borstvoeding kun je beter geen alcohol drinken, omdat dit ook in de moedermelk terecht komt.
De meeste zogende baby’s vinden het niet erg als mama zich overgeeft aan gekruid voedsel. Sommige deskundigen zijn zelfs van mening dat baby’s van de afwisseling genieten. Geen enkel type voedsel is problematisch voor baby’s, dus het is niet nodig om datgene wat je eet meteen te beperken. Maar als je baby elke keer dat je een bepaald type voedsel eet (bijvoorbeeld zuivelproducten) meer gasachtig of prikkelbaar lijkt te zijn, probeer dit dan een tijdje uit je dieet te halen.
Problemen
Sommige vrouwen passen zich gemakkelijk aan het geven van borstvoeding aan en ondervinden geen grote fysieke of emotionele problemen. Maar veel nieuwe moeders vinden het moeilijk om te leren. Als je je ontmoedigd voelt, ben je niet de enige. Enkele van de meest voorkomende problemen met borstvoeding die je in de eerste zes weken kunt tegenkomen zijn:
- Stuwing (borsten die buitensporig vol en ongemakkelijk zijn);
- Pijnlijke tepels;
- Mastitis (een borstinfectie) Lijd niet in stilte.
Bel je arts of een lactatiekundige als je lijdt aan een van de bovenstaande aandoeningen, als je pijn hebt of als lichamelijk ongemak het geven van borstvoeding in de weg staat. Het is normaal om je overweldigd te voelen door de constante eisen van je baby en dat je je uitgeput voelt door een gebrek aan slaap. Je hebt misschien nog onbeantwoorde vragen: Krijgt mijn baby voldoende melk? Is het normaal om pijnlijke tepels te hebben? Moet ik hem wakker maken als hij in slaap valt tijdens het voeden? Deze vragen kun je altijd Googelen of aan je arts stellen.