Een tuitbeker is een oefenbeker (meestal van plastic) waaruit je kind kan drinken zonder te morsen. Je kunt modellen met of zonder handvatten kopen en ook kiezen uit verschillende soorten mondstukjes. Tuitbekers kunnen een geweldige manier zijn voor je baby om over te schakelen van borst- en flesvoeding naar een gewone beker. Drinken uit een tuitbeker kan bovendien de oog-hand coördinatie verbeteren.
Wanneer?
Moedig je baby aan om de tuitbeker te gebruiken zodra je denkt dat hij er klaar voor is. Sommige baby’s vinden het leuk om de tuitbeker al na zes maanden te gebruiken, terwijl andere baby’s deze beker pas na hun eerste verjaardag krijgen. Om tandbederf te voorkomen wordt geadviseerd om vanaf de eerste verjaardag van je baby om te schakelen van de fles naar een tuitbeker.
Hoe?
Sommige baby’s nemen onmiddellijk een tuitbeker aan en sommige hebben even tijd nodig om aan het idee te wennen. (Sommige gebruiken de tuitbeker misschien wel nooit). Dit zijn enkele tips om de overstap naar de tuitbeker zo goed mogelijk te laten verlopen:
- Begin met een tuitbeker met een zachte en buigzame tuit, want dit voelt voor je baby meer vertrouwd dan een hard mondstukje;
- Laat je baby zien hoe je de beker naar zijn mond kunt brengen en laat hem de drank opdrinken. Laat hem zien dat de tuit als een tepel is door de punt van de tuit tegen zijn gehemelte te drukken om de zuigreflex te stimuleren;
- Geef het wat tijd. Totdat je baby de techniek beheerst, wil je misschien alleen water in de beker doen om teveel rommel te vermijden. En maak je geen zorgen als je baby niet meteen uit de tuitbeker wil drinken. Wacht een paar weken en probeer het opnieuw;
- Er zijn allerlei tuitbekers met allerlei tuiten. Probeer verschillende modellen totdat je er een vindt die bij je baby past.