De abortuspil komt volgend jaar beschikbaar via de huisarts. Juli 2017 moet de wetswijziging die dat regelt, zijn aangenomen.
Door: Gijs Herderscheê
Dit kondigde minister Edith Schippers (VVD) van Volksgezondheid aan in de Tweede Kamer tijdens een debat over het abortusbeleid. Schippers blokkeerde mei vorig jaar de verstrekking van de abortuspil via huisarts en apotheek omdat daar volgens haar wetswijziging voor nodig is.
De wetswijziging wordt voorbereid maar moet vervolgens het hele wetgevingstraject doorlopen – door het kabinet goedgekeurd, voor advies naar de Raad van State en goedgekeurd door de Tweede Kamer. De beoogde wetswijziging kan rekenen op steun van een Kamermeerderheid van onder meer VVD, PvdA, D66 en GroenLinks.
Schippers vindt verstrekking van de abortuspil via de huisarts een goed plan. Die arts kent de vrouw en kan goed adviseren, bijvoorbeeld over voorbehoedsmiddelen, zeker als de vrouw vaker voor de pil terugkomt.
Nip-test
Tijdens het debat stond de Nip-test centraal. Met deze test kunnen zwangeren onder meer nagaan of de baby lijdt aan het syndroom van Down. Schippers wil deze test in Nederland vrijgeven voor alle zwangeren maar moet formeel wachten op advies van de Gezondheidsraad. Schippers hekelt de lange adviestermijn. In 2013 is het advies gevraagd en dat wordt dit jaar afgerond. In België en Duitsland is de test sinds 2012 vrij beschikbaar en dat leidt tot ’testtoerisme’. Als de test wordt vrijgegeven, is de vraag of die door de verzekering wordt vergoed. Dat willen PvdA en SP, de VVD is tegen. De test kost 537 euro.
SGP en CU ageren tegen de test. Die zou leiden tot een ‘downvrije samenleving’. Als uit de test blijkt dat een baby down heeft, zou de moeder kiezen voor abortus, veronderstellen CU en SGP. Zij willen verplichte counseling voor alle vrouwen die abortus overwegen en verplicht contact met downverenigingen. De CU vindt het onbegrijpelijk dat Nederland enerzijds het VN-verdrag over gehandicapten ratificeert en streeft naar een ‘inclusieve samenleving’ maar tegelijk screening van baby’s op afwijkingen stimuleert. De CU wijst ook op de erfelijkheidstesten die de academische ziekenhuizen in Groningen en Amsterdam voor 650 euro aanbieden. Ook deze testen zijn in omringende landen vrij beschikbaar.
Schippers stelt daartegenover dat vrouwen het recht hebben om te weten of niet te weten. Zij hekelt de volgens haar opkomende morele superioriteit in de abortusdiscussie, die de afgelopen jaren juist zakelijk en respectvol voor de verschillende standpunten is gevoerd.
Verkorting van abortustermijn
SGP en CU pleiten voor verkorting van de abortustermijn van 24 naar 22 weken. Het wringt bij hen dat baby’s na 22 weken levensvatbaar worden geacht en dat, als zij dan al geboren worden, ‘met man en macht’ wordt gepoogd hen in leven te houden, terwijl anderzijds baby’s in de 24ste week zwangerschap nog worden geaborteerd.
Schippers voelt helemaal niets voor verkorting van die termijn. Volgens haar worden aanstaande ouders met de gebruikelijke twintig weken echo soms geconfronteerd met ernstige afwijkingen bij de baby. ‘Dat zijn vaak zeer gewenste baby’s’, zegt Schippers. Nu hebben de ouders vier weken de tijd om een besluit te nemen om het kind geboren te laten worden of toch voor abortus te kiezen. Twee weken is volgens Schippers dan erg kort en zou kunnen leiden tot meer abortussen. Dat is het tegendeel van hetgeen SGP en CU beogen met verkorting van de abortustermijn. Wel belooft Schippers SGP en CU evaluatie van de abortuswet.
Bron: De Volkskrant