Het aantal tienermoeders in Nederland blijft gestaag dalen. In 2016 kregen 1.492 tieners in Nederland een kind, opnieuw minder dan een jaar eerder. Het percentage meisjes in Nederland in de leeftijd van 15 tot 20 dat moeder wordt, is het laagst van alle landen van de Europese Unie. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek.
Door: Charlotte Huisman
De meeste tienermoeders waren 18 of 19 jaar, een klein deel (95 meisjes) was 16 jaar of jonger toen hun kind geboren werd. Het aantal tienermoeders neemt al jaren af. Begin deze eeuw waren het er nog rond de 3.500. Dat zijn 7 tot 8 moeders per duizend 15- tot 20-jarigen. In 2016 is dit afgenomen tot 3 per duizend meisjes.
Voorlichting en anticonceptie
Nederland heeft daarmee de minste tienermoeders van de 28 EU-landen. In het niet EU-land Zwitserland was dit cijfer met 2,6 nog iets lager. Ook in Denemarken en Zweden zijn weinig moeders jonger dan 20 jaar. Percentueel zijn de meeste tienermoeders in Bulgarije (41,3 moeders per duizend meisjes) en Roemenië (36,6 moeders per duizend meisjes).
Volgens deskundigen daalt het aantal tienermoeders in Nederland door goede voorlichting en makkelijk verkrijgbare anticonceptie. Meisjes volgen langer onderwijs, waardoor ze het krijgen van kinderen uitstellen.
Hoger bij meisjes met niet-westerse achtergrond
Onder meisjes met een niet-westerse achtergrond in Nederland is het percentage tienermoeders aanzienlijk hoger. Maar ook in de meeste etnische groepen daalt het aantal meisjes dat zwanger wordt; al is het percentage meisjes met een Antilliaanse achtergrond dat zwanger wordt nog steeds bijna vijf keer zo groot dan gemiddeld in Nederland.
Ook onder groepen die nog niet zo lang in Nederland zijn is het percentage tienerzwangerschappen hoog. Zo werden 92 meisjes met een Syrische en 40 met een Somalische achtergrond vorig jaar moeder. Dat betekent dat 43 op de duizend Syrische meisjes en 19 op de duizend Somalische meisjes moeder werd.
Bron: De Volkskrant