Foetussen van moeders die tijdens de zwangerschap veel stress ervaren, hebben andere connecties in het brein.
Prenatale stress verandert de connectiviteit tussen neuronen in het brein van het ongeboren kind, concluderen wetenschappers van onder andere de Wayne State University in de Verenigde Staten.
Al langer dachten wetenschappers dat stress tijdens de zwangerschap van invloed was op het ontwikkelende brein. Toch was dat lastig te onderzoeken. Want als je kinderen na de geboorte onderzoekt, meet je ook alle invloeden van de omgeving die na de geboorte plaatsvonden. En een ongeboren kind kan je niet onder een hersenscanner leggen. Door recente ontwikkelingen is dat laatste nu wel mogelijk.
Daarom legden de wetenschappers 47 zwangere vrouwen onder de hersenscanner. De ongeboren foetussen waren 30 tot 37 weken oud. Veel van de moeders gaven aan stress, angst, zorgen en depressieve klachten te hebben tijdens de zwangerschap.
De moeders die aangaven veel stress te ervaren, hadden foetussen met andere hersenverbindingen dan de foetussen van de moeders met minder of geen stress. De netwerken waren minder efficiënt georganiseerd. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de kleine hersenen, het cerebellum. Dat onder ander een belangrijke rol speelt in motoriek. Ook zitten er in het cerebellum veel glucocorticoïd receptoren. Die receptoren spelen een belangrijke rol bij stress. De wetenschappers gaan nu verder uitzoeken hoe de stress van de moeder tijdens de zwangerschap mogelijk van invloed is op de stress van het kind.
Onderzoek naar het ontwikkelende brein is bovendien nog lang niet klaar. Want er is nog weinig bekend over hoe alle netwerken precies tot stand komen. Gedurende je hele leven, ontwikkelt het brein zich het snelste in de baarmoeder. Het is daarom bijzonder en belangrijk om zwangere vrouwen onder de scanner te kunnen leggen. Het menselijke brein is gemaakt om zich aan de omgeving aan te passen. De eerste aanpassingen worden al gemaakt in de baarmoeder.
Bron: Eos Wetenschap