Je seksleven verandert als je zwanger bent. Sommige vrouwen krijgen meer zin, anderen juist minder. Ook voor je partner kan seksualiteit tijdens de zwangerschap anders worden. En wat kan er wel en niet met een baby in je buik?
Onder invloed van hormonen heb je misschien in de eerste drie maanden last van vermoeidheid en misselijkheid. Je kunt daardoor minder zin hebben in seks. Maar de hormonen kunnen er ook voor zorgen dat je juist meer zin krijgt om te vrijen.
Misschien ben je voorzichtig met geslachtsgemeenschap, omdat je bang bent dat dit een miskraam kan opwekken. Daar hoef je niet bang voor te zijn; het vruchtje zit stevig ingenesteld in je baarmoederslijmwand en de baarmoedermond is afgesloten. Er kan dus geen sperma bij. Maar als je geslachtsgemeenschap niet fijn meer vindt kun je ook op andere manieren vrijen.
Wat hormonen met je doen
Als je tussen de drie en zes maanden zwanger bent, zijn de vermoeidheid en misselijkheid vaak voorbij en heb je weer meer energie. Je vagina en clitoris raken beter doorbloed in die fase, waardoor je daar gevoeliger wordt. Daardoor kun je makkelijker opgewonden raken.
Het vrijen kan tijdens de zwangerschap wat pijnlijker zijn dan normaal. Door de veranderde zuurgraad van je vagina word je minder vochtig en loop je ook makkelijker een schimmelinfectie op. Beide kunnen zorgen voor pijn bij het vrijen. Ook spierspanning van de bekkenbodem of irritatie bij de ingang van de vagina kunnen seks pijnlijk maken. Je bent tijdens de zwangerschap ook gevoeliger voor blaasontsteking door geslachtsgemeenschap. Vraag bij jeuk of pijn advies aan je huisarts of verloskundige.
Sexy?
Je lichaam verandert behoorlijk gedurende de zwangerschap. Sommige vrouwen voelen zich super vrouwelijk met een zwangere buik en grotere borsten. Anderen voelen zich juist minder aantrekkelijk. Ook je partner kan je nu seksueel aantrekkelijker, of juist minder aantrekkelijk vinden. Tijdens het vrijen kan de gedachte aan de baby in de buik de seksuele fantasieën verstoren. Je hoeft niet bang te zijn dat je door penetratie de baby pijn doet! De baby wordt goed beschermd door het vruchtwater en heeft geen last van (heftige) stoten, en ook niet van de samentrekkingen van de baarmoeder tijdens een orgasme.
In de laatste drie maanden van de zwangerschap is je buik zo dik, dat misschien niet elk standje meer mogelijk of prettig is. Maar bepaalde standjes kunnen wel prima, zoals jij bovenop, op jullie zij, of jij op handen en knieën. Je kunt elkaar natuurlijk ook met de hand of de mond bevredigen.
Als je bloedverlies hebt of de baby te vroeg geboren dreigt te worden, kun je beter geen geslachtsgemeenschap of een orgasme hebben. Penetratie kan dan een infectie veroorzaken en een orgasme kan in dat geval voortijdige weeën opwekken.
Na de zwangerschap
Na de bevalling staat bij veel vrouwen het hoofd nog een tijd niet naar seks. Je kunt beter geen geslachtsgemeenschap hebben als de ingang van de vagina nog niet helemaal genezen is, of als je nog bloed verliest.
De eerste keer seks na de bevalling is best spannend. Gemeenschap kan de eerste tijd nog pijnlijk zijn, ga dan niet door. Er zijn ook andere manieren van intimiteit en seks; het is leuk om die samen te ontdekken. Leg er niet teveel druk op om weer te moeten vrijen, dat komt de ontspanning en opwinding niet ten goede.
Voorlopig niet weer zwanger?
Wees je ervan bewust dat je na de bevalling snel weer zwanger kunt raken. Je weet immers niet wanneer je menstruatie weer op gang komt. Misschien weet je al of en wanneer je een volgend kind zou willen. Dat speelt mee in de keuze voor anticonceptie. En ook of je wel of geen borstvoeding geeft.
Anticonceptie en borstvoeding
Het wordt afgeraden om bij borstvoeding hormonale anticonceptie met oestrogeen te gebruiken. Dat zit in de pil, de anticonceptiering en de anticonceptiepleister. Je kunt natuurlijk met een condoom vrijen. Deze beschermt je bovendien tegen infecties, waarvoor je gevoeliger bent na de bevalling. Na een aantal weken kun je de minipil, de prikpil, het hormoonstaafje, het (hormoon)spiraaltje en het pessarium gebruiken. Vraag advies aan je verloskundige of huisarts.
Als je geen borstvoeding geeft wordt afgeraden om de eerste drie weken na de bevalling anticonceptie met oestrogeen te gebruiken, vanwege een verhoogd risico op trombose. Met het condoom, de minipil, prikpil en het hormoonstaafje kun je direct na de bevalling starten. Voor een spiraaltje of pessarium moet je baarmoeder eerst voldoende hersteld zijn.
Met langdurende anticonceptie zoals het koper- of hormoonspiraaltje of het anticonceptiestaafje kun je zelf geen fouten maken en heb je langere tijd geen zorgen over een onverhoopte zwangerschap. Als je een spiraaltje of hormoonstaafje laat verwijderen, kun je meteen weer zwanger worden. De prikpil haal je een keer in de drie maanden, maar als je ermee stopt kan het soms tot een jaar duren voordat je weer zwanger wordt. Gemiddeld ben je na het stoppen met de prikpil weer vruchtbaar na een maand of drie.
Als je borstvoeding geeft kan dat tijdelijk, tot maximaal een half jaar na de bevalling, werken als een natuurlijke anticonceptie. Maar alleen als er maximaal zes uur tussen twee voedingen zit, je alleen borstvoeding geeft en je geen bloedverlies hebt. Let op: Het werkt niet als je afkolft en de moedermelk in een flesje geeft, want het (regelmatig) zuigen van de baby aan de borst is nodig om de eisprong te remmen. Maar zelfs als je volledige borstvoeding geeft en deze methode goed toepast, ben je niet 100% beschermd tegen zwangerschap. Ongeveer 2 procent van de vrouwen wordt dan alsnog zwanger. Vind je het lastig om een anticonceptiemethode te kiezen? Praat dan met je verloskundige of arts over wat past bij jou en jouw situatie.
Meer lezen
Rutgers, kenniscentrum seksualiteit, heeft samen met de KNOV (beroepsvereniging voor verloskundigen) de brochures ‘Zwanger en vrijen? en ‘Net bevallen, welke anticonceptie past bij je?’ uitgegeven. Kijk daarvoor op www.seksualiteit.nl.