De spermabank van het ziekenhuis Rijnstate in Arnhem heeft van vijftien donoren het zaad te vaak gebruikt om kinderen mee te verwekken. Een donor mag maximaal 25 kinderen verwekken, maar bij Rijnstate kregen deze donoren gemiddeld iets meer dan 36 kinderen. Met sperma van een van de donoren kwamen zelfs 50 nakomelingen ter wereld.
Door: Jelte Sondij
De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in 2014 de kliniek berispt, waarna het ziekenhuis de procedures heeft aangescherpt.
De inspectie spreekt van een ‘ernstige tekortkoming’, zo blijkt uit een vertrouwelijk rapport van de IGZ in bezit van de Volkskrant. De zaak komt pas nu naar buiten, omdat een van de betrokken donoren maandag voor de rechtbank aanvullende maatregelen van het ziekenhuis eist. Met het sperma van de betreffende donoren zijn 369 vrouwen moeder geworden van in totaal 548 kinderen.
Door gebrek aan donoren en de grote vraag van vrouwen om zwanger te worden, is er een sterke prikkel bij spermabanken om donoren veelvuldig in te zetten. Sinds 1992 bestaat er een landelijke richtlijn dat één donor maximaal 25 kinderen mag verwekken. Dat moet de risico’s verkleinen op relaties tussen kinderen van dezelfde donor. Met het maximum wordt ook voorkomen dat de donor met veel nakomelingen contact moet onderhouden.
Ook na het rapport van de IGZ zijn er nog enkele kinderen geboren van donoren die al meer dan 25 nakomelingen hadden, laat Rijnstate in een verklaring weten. Dit gebeurde met instemming van zowel de moeder als de donor, maar is in strijd met de maatregel van de inspectie.
‘’Het merendeel van de moeders van al geboren kinderen is niet geïnformeerd, terwijl de inspectie daartoe wel geadviseerd had.’’
De inspectie kan wegens het vertrouwelijke karakter van het rapport geen nadere toelichting geven.
Rijnstate overtrad de regel, onder meer omdat ze vrouwen die een tweede kind wilden, het sperma van dezelfde donor gaven, ook als deze al op het maximum van 25 kinderen zat. Ook bleek de administratie niet op orde.
‘Ons registratiesysteem was er destijds niet goed op ingericht om meerdere nakomelingen van een donor bij dezelfde vrouw te tellen. Hierdoor kon het gebeuren dat het geadviseerde maximum van 25 nakomelingen per donor werd overschreden’, zegt een woordvoerder van Rijnstate. Het ziekenhuis heeft zijn systemen aangescherpt. ‘De kans op onbedoelde schade is minimaal, maar we willen ons graag aan de landelijke afspraak houden en vinden het dan ook erg vervelend dat dit heeft kunnen gebeuren.’
De vijftien betrokken donoren zijn op de hoogte gesteld, evenals enkele vrouwen die graag nog een extra kind wilden van dezelfde donor. Maar het merendeel van de moeders van al geboren kinderen is niet geïnformeerd, terwijl de inspectie daartoe wel geadviseerd had. Een van de betrokken donoren, die 37 nakomelingen bleek te hebben, is hierover verbolgen en eist voor de rechtbank maandag alsnog nadere stappen. Hij wenst dat er een onafhankelijk onderzoek komt door deskundigen.
‘’Het is met grote aantallen lastig een band op te bouwen en het legt ook druk op het sociale leven van donorkinderen.’’
– Ties van der Meer, Stichting Donorkind
‘Het is een kwalijke zaak dat het ziekenhuis de kinderen niet heeft willen informeren’, zegt jurist Laura Bosch van Defence for Children. ‘Ze weten nu niet dat ze tot zo’n groot familieverband behoren.’
Het maximum van 25 is toch al aan de hoge kant, vindt voorzitter Ties van der Meer van de Stichting Donorkind. ‘We zien dat donorkinderen zo rond tien halfbroers en -zussen ongemak beginnen te voelen. Het is met grote aantallen lastig een band op te bouwen en het legt ook druk op het sociale leven van donorkinderen.’
Het ziekenhuis laat weten dat ze de honderden betrokken moeders en kinderen niet hebben geïnformeerd om ze niet ‘onnodig te beschadigen’. Rijnstate vond het informeren ‘geen meerwaarde hebben voor de betrokkenen’.
Bron: De Volkskrant