Het partnerverlof gaat volgend jaar van twee naar vijf dagen. Een jaar later komt daar nog eens vijf weken bij. Minister Koolmees van Sociale Zaken licht zijn plannen later vanochtend toe.
Het was al duidelijk dat het kabinet het ouderschapsverlof op deze manier wilde uitbreiden. Koolmees heeft dat voornemen nu uitgewerkt in een wetsvoorstel.
Partners kunnen hun vijf dagen verlof direct opnemen, maar het kan ook in de eerste vier weken na de bevalling. Daarbovenop krijgen partners aanvullend kraamverlof van vijf weken per 1 juli 2020. Dit verlof dient te worden opgenomen in het eerste half jaar na geboorte. Tijdens het verlof ontvangt de werknemer een uitkering van het UWV, tegen 70 procent van het loon.
‘Betere start’
Koolmees denkt dat dat met de nieuwe wet er een ‘betere start ontstaat voor moeder, partner en kind’. “Als je een kind krijgt, verandert er van de ene op de andere dag van alles. Je zit meteen in het spitsuur van het leven. En dan is het natuurlijk goed om met elkaar extra tijd te krijgen, om te kunnen wennen aan het leven met een baby erbij.”
De Sociaal-Economische Raad kwam afgelopen vrijdag nog met een uitgebreid advies: mannen en vrouwen zouden op kosten van de overheid zes weken ouderschapsverlof moeten kunnen opnemen in het eerste halfjaar na de geboorte van hun kind. Koolmees zei diezelfde dag al dat het kabinet dat advies van de SER niet zou overnemen.
Hoe is het verlof nu geregeld?
Een zwangere vrouw heeft in Nederland recht op 16 weken zwangerschapsverlof rond de geboorte van haar kind. De partner van de zwangere vrouw krijgt twee dagen betaald kraamverlof (ook wel vaderschapsverlof of partnerverlof genoemd). Die worden betaald door de werkgever. Daarnaast kan de partner ook nog drie dagen ouderverlof opnemen. Ook mogen ouders ouderschapsverlof opnemen na de geboorte van het kind, tot een kind acht jaar is. In sommige cao’s is dit betaald, maar vaak ook niet. Is dat niet zo, dan moet je dit verlof dus wel zelf kunnen betalen.
Bron: RTL Nieuws