Als je kindje met het hoofd naar boven en de billetjes naar beneden ligt, ligt hij in een stuit. Normaliter ligt de baby andersom, namelijk in een hoofdligging, Je kunt de baby met een natuurlijke (vaginale) bevalling op de wereld brengen of met een keizersnede.
In de eerste maanden van de zwangerschap is het niet erg dat de baby in een stuitligging ligt. Hij verandert regelmatig van houding in deze maanden. Soms kan het kindje nog tijdens de zwangerschap omgedraaid worden. Op een gegeven moment is er te weinig vruchtwater en wordt het te krap om het kindje te draaien, omdat hij te veel ruimte in beslag neemt.
Oorzaak
Meestal is het niet bekend waarom de baby in een stuitligging gaat liggen. Vaak komt het voor bij een meerlingzwangerschap, placenta of myoom dat zich bij de bekkeningang bevindt, een afwijkende vorm van het bekken of de baarmoeder en een te korte navelstreng.
Draaien
Gedurende je zwangerschap is het mogelijk dat je kind zelf nog gaat draaien. Tevens kan je baby door een hiervoor opgeleide verloskundige gedraaid worden, mits er voldoende vruchtwater aanwezig is en de baby niet te groot is. Het draaien verloopt nog gemakkelijker wanneer de ligging van de placenta gunstig is (tegen de achterkant van de baarmoeder) en de buikwand soepel is.
De bevalling
Als de baby aan het einde van de zwangerschap nog steeds in een stuitligging ligt, heeft dat consequenties voor de bevalling. Toch is een natuurlijke bevalling mogelijk. Ook kan het leiden tot een keizersnede.
Mogelijke complicaties bij een natuurlijke bevalling
Een natuurlijke bevalling met een stuitligging brengt evenveel complicaties met zich mee als een bevalling met hoofdligging. Wèl is de kans op een spoedkeizersnede veel groter. Ook liggen de baby’s na zo’n bevalling eerder op de couveuseafdeling, omdat de ademhaling bijvoorbeeld niet goed is.
Een bevalling met stuitligging kan een negatief effect hebben op de heupontwikkeling van je kindje. Wij raden je aan om ongeveer 3 maanden na de bevalling een echo van de heupjes te laten maken. Dit kun je met je huisarts regelen.
Mogelijke complicaties bij een keizersnede
De kans op een niet-levensbedreigende complicatie is iets hoger bij een keizersnede dan bij een natuurlijke bevalling. Een blaasontsteking komt bijvoorbeeld wel vaker voor. Bij een stuitligging is het lastiger om je kindje uit je buik te halen. Je kind kan een (zenuw)beschadiging oplopen. De keizersnede wordt vanaf de 38e week van je zwangerschap uitgevoerd, om longproblemen bij je kindje te voorkomen.