In het kort

Heb jij tijdens de bevalling een totaalruptuur opgelopen? Wil je meer weten over het ontstaan en de gevolgen? Of wil je weten wat dit betekent voor een volgende bevalling?

Op deze pagina lees je meer over:

Wat is een totaalruptuur?

Tijdens een bevalling kan de huid en/of het onderliggende weefsel van de vagina scheuren, we spreken dan van een ruptuur. Bij een totaalruptuur is ook de kringspier van de anus geheel of gedeeltelijk doorgescheurd. De scheur kan doorlopen tot in de darm.

Waarom krijg je een totaalruptuur?

Op het moment dat het hoofdje van een kind wordt geboren, moet de vagina flink uitrekken. Als de doorgang te smal is, scheurt de vagina in. De scheur loopt soms tot aan de kringspier en de darm. De kans op inscheuring is verhoogd bij:

  • Een groot kind;
  • Een kunstverlossing (zoals een vacuüm- of tangverlossing);
  • Een kind dat met het hoofd in een afwijkende ligging wordt geboren (bijvoorbeeld kruinligging).

Bij ongeveer 2 van de 100 bevallingen ontstaat een totaalruptuur. De kans is het grootst bij de eerste bevalling.

Kun je een totaalruptuur voorkomen?

Tijdens de bevalling zal de verloskundige of gynaecoloog het hoofd van je kind zo voorzichtig mogelijk door de vagina-uitgang leiden om het risico zo klein mogelijk te houden. Daarbij beoordeelt hij/zij of het verstandig is om de huid van de vagina zelf ‘in te knippen’ (episiotomie). Het inknippen kan een totaalruptuur voorkomen, maar soms scheurt de huid toch verder door.

Het masseren van de vagina voor de bevalling of het oprekken van de vagina met de EPI-NO® verlaagt de kans op een totaalruptuur niet.

Hoe wordt een totaalruptuur behandeld?

Een totaalruptuur moet altijd worden gehecht. Dit gebeurt meestal op de operatiekamer onder algehele verdoving of met een ruggenprik. Wanneer je tijdens de bevalling al een ruggenprik hebt, kan ook op de verloskamer worden gehecht. De scheur in de kringspier wordt met oplosbare hechtingen gehecht. Meestal blijven veel vrouwen met een totaalruptuur een nacht in het ziekenhuis.

Hoe is het herstel na een totaalruptuur?

Een totaalruptuur kan pijnlijk zijn in de eerste dagen na het hechten. Meestal helpt paracetamol voldoende. Bij borstvoeding worden sommige pijnstillers afgeraden. Je (huis)arts kan je hierover advies geven.
Het is belangrijk dat de ontlasting zacht blijft om spanning op de wond te voorkomen. Hiervoor krijg je medicijnen voorgeschreven, dit zijn meestal zakjes met vezels.

Bekkenbodemoefeningen kunnen helpen om de spieren van de bekkenbodem weer steviger te maken. Je kunt hiermee beginnen zodra de wond niet of nauwelijks meer pijnlijk is (ongeveer na 2-6 weken). Een bekkenfysiotherapeut kan je daarbij begeleiden. Je kunt daar zonder verwijzing een afspraak maken. Een bekkenfysiotherapeut in de regio kun je vinden op de website van de Fysiotherapeut.

Er zijn geen regels over wanneer je weer gemeenschap kunt hebben na een totaalruptuur. Meestal is de wond na 4-6 weken goed genezen. De pijn zal dan ook over zijn. Hetzelfde geldt voor sporten, waarbij het verstandig is om voorzichtig te beginnen.

Wat zijn de gevolgen van een totaalruptuur?

De meeste vrouwen hebben na het herstel geen klachten meer. Een klein deel van de vrouwen blijft problemen houden met het ophouden van windjes en heel soms met het ophouden van de ontlasting. Waarschijnlijk helpen bekkenbodemoefeningen om de kans hierop te verminderen. Deze behandeling kan soms wel maanden duren voor het een vermindering van de klachten geeft.

Blijf je last houden van hinderlijke klachten na 6 maanden? Dan is het verstandig om contact op te nemen met de huisarts of gynaecoloog. Je kunt met hem of haar bespreken of er nog mogelijkheden zijn om de situatie te verbeteren.

Wat zijn de adviezen bij een volgende zwangerschap?

Na een totaalruptuur mag je gewoon vaginaal bevallen. Heel soms zal een arts je aanraden om via een keizersnede te bevallen.

Als je eerder een totaalruptuur hebt gehad, is de kans iets hoger dat dit weer gebeurt. Bij ongeveer 4-8 van de 100 bevallingen ontstaat opnieuw een totaalruptuur.

Bij een kleine groep vrouwen die na een totaalruptuur klachten houdt, verergeren die klachten na de volgende zwangerschap. Ook al is er dan geen totaalruptuur ontstaan. Het is niet duidelijk of hun toename van klachten komt door de zwangerschap of door de bevalling.

Bij een volgende zwangerschap is het verstandig om met je verloskundige of gynaecoloog te overleggen waar de bevalling kan plaatsvinden: thuis of in het ziekenhuis.

Als je behoefte hebt aan steun of informatie van lotgenoten, neem dan contact op met:
Stichting Bekkenbodem4all.

Bron: DeGynaecoloog – een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul aub een opmerking in!
Vul hier uw naam in