Zwangerschapsdiabetes is een aandoening die bij 5 à 10% van alle zwangere vrouwen ontstaat en direct na de bevalling weer verdwijnt. Het is belangrijk voor jou en je ongeboren baby dat zwangerschapsdiabetes tijdig wordt ontdekt en behandeld.
In de meeste gevallen kan je verloskundige je al bij de intake vertellen of je kans hebt op het ontwikkelen van zwangerschapsdiabetes. Een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes kan voortvloeien uit je familiegeschiedenis of uit een eerdere zwangerschap. De verloskundige zal extra controles voor je afspreken, met name voor het bepalen van je bloedglucose.
Voeding
De verloskundige kan je ook doorverwijzen naar de diëtist voor voedingsadviezen. De diëtist zal samen met jou nagaan wat je zoal eet en drinkt en waar mogelijk aanpassingen in je dieet aanbrengen. Voeding speelt een belangrijke rol in het voorkomen van zwangerschapsdiabetes en het ontstaan van diabetes type 2 op latere leeftijd. Bij adviezen over gezonde voeding horen ook adviezen over lichaamsbeweging. Eenvoudige zaken als lopen, de fiets pakken en de trap nemen kunnen je leven al gezonder maken, maar als je zwangerschapsdiabetes ontwikkelt, dan heeft het Netwerk Geboortezorg Noordwest Nederland voor jou en je verloskundige een reeks extra controles uitgestippeld. Afspraken hierover betreffen zowel de zorg voor jou in de 1e lijn (verloskundigen, huisartsen, diëtisten en diabetesverpleegkundigen), als in de 2e en 3e lijn (ziekenhuizen en academische ziekenhuizen).
Hoe zien die extra controles er uit?
Opsporing
Allereerst is er de Orale Glucose Tolerantie Test – OGTT. Voor opsporing van zwangerschapsdiabetes is er de OGTT, een bloedglucosetest die ongeveer 2½ uur duurt. Je verschijnt nuchter, je krijgt een vingerprik, je krijgt een glucosedrank te drinken en na 2 uur wordt opnieuw je bloedglucose bepaald. Daarna mag je weer normaal eten en drinken.
Behandeling in de 1e lijn
Als de bloedglucosewaarden van de OGTT goed zijn, verandert er niets aan de controles van je zwangerschap.
Als de controles van de OGTT licht gestoord zijn, spreken wij van zwangerschapsdiabetes en blijf je onder controle van de 1e lijn. Je krijgt binnen 2 à 3 dagen een afspraak bij de diëtist voor een individueel dieet. Tevens krijg je een uitleg over het zelf prikken van bloedglucose uit de vinger en je krijgt een eigen bloedglucosemeter.
Als je bloedglucosewaarden met het dieet goed blijven, vervolg je de zwangerschapscontroles bij je verloskundige. Tijdens de bevalling en na de geboorte van je kind komen deze bloedglucosecontroles te vervallen. Je baby hoeft niet standaard op bloedglucose geprikt te worden.
Tijdens de nacontrole bij je verloskundige, 6 weken na de bevalling, krijg je leefstijl- en voedingsadviezen en uitleg over de kans op het ontwikkelen van diabetes type 2. Na deze controle neemt je huisarts de verdere, jaarlijkse controle van je bloedglucosewaarden over.
Behandeling in de 2e/3e lijn
Als de bloedglucosewaarden van de OGTT fors verhoogd zijn, krijg je een verwijzing voor de 2e of 3e lijn. Dat betekent controles en bevalling in het ziekenhuis. Je bent dan in zorg bij de gynaecoloog, de internist, de diëtist, de diabetesverpleegkundige en de kinderarts.
Folder
Wil je nog het een en ander nalezen, dan heeft de werkgroep Netwerk Geboortezorg Noordwest Nederland een folder gemaakt die je van je verloskundige krijgt. Je verloskundige kan deze folder bestellen.
Auteurs: Joke Brandenbarg (verloskundige, diëtist) en Wilma Elferink (verloskundige)