In het kort

Je baby ligt in een stuitligging. De billen liggen beneden en het hoofd naar boven. Bij de meeste baby’s ligt het hoofd beneden. Baby’s in stuitligging hebben een grotere kans op problemen tijdens de bevalling. Om dit te voorkomen kan de verloskundige of gynaecoloog rond de 36e week van de zwangerschap proberen de baby te draaien naar een hoofdligging. We noemen dit een versie. Dit is een veilige behandeling omdat de kans op problemen voor moeder of kind tijdens het draaien zeer klein zijn. De kans dat het draaien lukt is gemiddeld 40% (40 van de 100 baby’s liggen na het draaien met het hoofd omlaag). Als de versie lukt, dan is de bevalling veiliger voor jou en de baby. Een versie duurt 5 tot 15 minuten.

Op deze pagina lees je:

Wat is een stuitligging?

Bij een stuitligging ligt een baby met zijn hoofd naar boven in plaats van naar beneden. Tijdens de zwangerschap kan een baby zelf draaien van stuitligging naar hoofdligging en andersom. Als je verder bent in de zwangerschap gebeurt dat steeds minder vaak. De baby wordt groter en heeft minder ruimte om helemaal te draaien. De meeste baby’s blijven uiteindelijk met het hoofd naar beneden liggen, maar sommigen dus met het hoofd naar boven. Bij 36 weken liggen nog 4 van de 100 baby’s in stuitligging. Er is dan nog maar een kleine kans dat de baby zelf gaat draaien.

Wat is een versie?

Als een baby bij een zwangerschapsduur rond de 36 weken in stuitligging ligt, dus met het hoofd naar boven in plaats van naar beneden, kan de verloskundige of gynaecoloog de baby helpen draaien. Dit noemen we ook wel een versie. Ook als de stuitligging later wordt ontdekt, is het mogelijk om een versie te doen. Dit kan nog tot korte tijd voor de uitgerekende datum, alleen neemt de kans dat het lukt om de baby te draaien af als de baby groter wordt.

Hoe gaat een versie?

In het ziekenhuis doet een verloskundige of een gynaecoloog de versie. De versie wordt meestal door één en soms door twee personen gedaan. Bij een versie draait de verloskundige of gynaecoloog de baby handmatig, door gerichte druk te zetten aan de buitenkant van je buik. De baby draait zo naar een hoofdligging door een soort koprol. Met twee handen haalt de verloskundige of gynaecoloog de billen omhoog. Vervolgens duwt zij/hij met een hand om de billen en een hand om het hoofdje de baby naar een dwarsligging. Als de versie lukt, beweegt de baby daarna vanzelf verder naar hoofdligging.

Soms komt de baby niet over het dwarse punt heen. Dan is de versie niet gelukt. Je kunt er dan voor kiezen om een tweede versie te laten doen. Dit wordt een aantal dagen later gedaan. Je kunt er ook voor kiezen om te accepteren dat je kind in stuit ligt en je gaan voorbereiden op de bevalling. Er is altijd een kleine kans dat je baby uit zichzelf naar hoofdligging draait.

Medicijn om baarmoeder te ontspannen

Wanneer je baarmoeder gespannen is, kan de verloskundige of gynaecoloog een medicijn voorstellen om de baarmoeder te laten ontspannen. De kans dat de versie lukt, is dan groter. De verloskundige of gynaecoloog legt vooraf uit wat de voor- en wat de nadelen zijn van dit medicijn.

Hoe groot is de kans dat een versie lukt?

Bij 40 tot 50% van de zwangere vrouwen lukt de versie. De kans dat het lukt is groter als:

  • Je eerder bevallen bent;
  • De baby nog niet is ingedaald;
  • De baby niet zo groot is;
  • Je de buikspieren goed kunt ontspannen;
  • Er voldoende vruchtwater is;
  • De placenta (moederkoek) aan de achterkant van de baarmoeder ligt.

Wanneer is een versie niet mogelijk?

Bijna alle baby’s die in een stuitligging liggen, kunnen gedraaid worden. Het kan alleen niet bij:

  • Afwijkingen van de baarmoeder;
  • Een placenta (moederkoek) die voor de uitgang van de baarmoeder ligt;
  • Een hoge bloeddruk met complicaties van de moeder;
  • Een ernstige groeivertraging van de baby.

De verloskundige of gynaecoloog kijkt altijd eerst met een echo of een versie mogelijk is.

Waarom een versie?

Hoofdligging veiliger voor moeder en baby

Als de baby met het hoofd naar beneden ligt, heb je een grotere kans op een normale bevalling en minder kans op problemen voor jou en de baby. De kans op een keizersnede is dan ongeveer 11%. Als de baby met het hoofd naar boven ligt (stuitligging) heb je bij een vaginale bevalling een iets hoger risico op problemen met de baby tijdens de geboorte. Je hebt bij een vaginale stuitbevalling ongeveer 50% kans dat het alsnog een keizersnede wordt. Bij een keizersnede zijn er meer risico’s voor de moeder. Je hebt meer kans op wondinfecties, een nabloeding, trombose en langer herstel. Ook is er een kleine kans op ernstige complicaties zoals schade aan de darmen of blaas.

Vaginale bevalling veiliger voor volgende zwangerschappen

Een ander nadeel van een keizersnede is dat je een litteken in de baarmoeder krijgt. Er is een kleine kans dat het litteken scheurt tijdens een bevalling. Alle volgende bevallingen na een keizersnede vinden daarom in het ziekenhuis plaats. Er zijn dan meer risico’s voor moeder (veel bloedverlies in de buik) en baby (acuut zuurstoftekort).

Versie niet schadelijk voor de baby

Met een versie kan geen directe schade aan de baby worden aangebracht. De baby zit goed beschermd in de vruchtzak met vruchtwater. Dit vruchtwater vangt de druk van buitenaf op.

Kleine kans op meteen een keizersnede, geen nadelen voor de baby

Complicaties komen zelden voor bij een versie. De baby kan de hartslag van de baby vertragen of versnellen. Meestal herstelt de hartslag zich weer na een paar minuten. Er zijn dan geen gevolgen voor de gezondheid van de baby. Om risico’s uit te sluiten wordt de baby minimaal een half uur na de versie gecontroleerd.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij ongeveer 4 op de 1000 vrouwen een keizersnede nodig is, omdat de hartslag van de baby lager blijft. Een keizersnede is dan nodig omdat de baby anders kans loopt op zuurstoftekort of andere complicaties. Alle baby’s uit dit wetenschappelijke onderzoek (een optelsom van verschillende internationale studies) zijn na een keizersnede gezond geboren. In een Nederlandse studie waren er helemaal geen keizersneden nodig.

Conclusie

Een versie heeft weinig risico’s. De kans op problemen na een versie is veel kleiner dan de kans op problemen wanneer je bevalt met een kind in stuitligging. Daarom adviseren verloskundigen en gynaecologen je baby te laten draaien bij een stuitligging. Als de versie lukt is de bevalling veiliger voor jou en je baby.

Wat kun je verwachten?

De verloskundige of gynaecoloog bespreekt de voor- en nadelen van het draaien van je baby en wat je van een versie mag verwachten. Daarbij is er altijd aandacht voor je vragen en persoonlijke situatie.

Wat kun je zelf doen?

Bereid je voor op het gesprek. Stel vragen of uit je zorgen als je die hebt. Je kunt je partner of iemand anders meenemen naar het gesprek.

Je beslist zelf of je een versie laat doen

De verloskundige of gynaecoloog geven je informatie over een versie. Je beslist zelf of je een versie laat doen. Je hebt altijd de mogelijkheid om terug te komen op je beslissing. Ook tijdens de versie kun je aangeven als je wilt stoppen.

Spannend?

Veel vrouwen vinden een versie spannend. De verloskundige en de gynaecoloog begrijpen dat en houden daar rekening mee. Ze zorgen voor een rustige sfeer en luisteren goed naar je. Veel vrouwen vinden het draaien van de baby achteraf meevallen.

Hoe kun je je voorbereiden op een versie?

Ontspannen

Tijdens de versie is het fijn als je je kunt ontspannen en rustig kunt ademen. Tijdens een diepe uitademing is je buikwand helemaal ontspannen. Dat is het moment dat de verloskundige of gynaecoloog de baby uit het bekken kan proberen te tillen of te draaien.

Wie neem je mee?

Je mag zelf bepalen of je iemand mee wilt nemen. Bijvoorbeeld je partner, vriend, vriendin of familielid.

De versie: stap voor stap

Het draaien van de baby duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. De afspraak voor de versie duurt in totaal een tot twee uur met voor- en nazorg.

  • De verloskundige of de gynaecoloog beoordeelt eerst de hartslag van de baby en doet een echo;
  • Als dat nodig is en je dat hebt afgesproken, krijg je een medicijn om de baarmoeder te laten ontspannen;
  • Je gaat op de onderzoekstafel liggen en krijgt een kussen onder je knieën zodat de buikspieren minder aangespannen zijn;
  • Je krijgt gel of poeder op je buik om het duwen op de buik om de baby te draaien soepeler te laten gaan;
  • Als je er klaar voor bent, begint de versie. De verloskundige of de gynaecoloog voelt de baby. Zij/hij probeert de billen van de baby uit het bekken te duwen. Als dat luk,t kan zij/hij met de andere hand het hoofdje de goede kant op duwen. Soms is er nog een tweede helper bij. Dat kan een andere verloskundige of gynaecoloog zijn of iemand die nog in opleiding is;
  • De verloskundige of de gynaecoloog houdt contact met je. Als het drukken op je buik pijn doet, stopt zij/hij. Na een pauze lukt het dan vaak weer wel. Is het te pijnlijk dan stopt de verloskundige of de gynaecoloog. Jij bepaalt wat kan;
  • Na afloop beoordeelt zij/hij opnieuw de hartslag van de baby;
  • Na de versie doet de verloskundige of de gynaecoloog een echo om te zien of de baby in hoofdligging ligt.

Bij de versie kan er een beetje bloed van de baby in jouw bloed komen. Heb je bloedgroep Rhesus-D negatief en je baby is Rhesus-D positief? Dan kun je als het bloed van je baby bij jouw bloed komt, antistoffen gaan maken die gevaarlijk zijn voor je baby. Je krijgt daarom uit voorzorg een injectie met anti- D om te zorgen dat dit niet gebeurt.

Wat gebeurt er na de versie?

De baby kan weer terugdraaien

Soms draait de baby weer in stuitligging. Dat gebeurt bij 5% van de baby’s na een versie. Je kunt dan opnieuw een versie laten doen.

Versie niet gelukt?

Als de versie niet gelukt is, kun je altijd een tweede keer laten proberen. Je bespreekt dit na afloop met de verloskundige of de gynaecoloog. Blijft een kind in stuitligging liggen? Dan bespreekt de gynaecoloog wat de voor- en nadelen zijn van een vaginale stuitbevalling en een keizersnede.

Wanneer moet je contact opnemen?

De eerste dagen na de versie kun je een gevoelige buik hebben. Het is belangrijk om op het bewegen van de baby te letten. Is dit minder dan je gewend bent, bel dan direct je verloskundige of gynaecoloog voor een extra controle. Bel ook bij bloedverlies, vochtverlies, buikpijn of een harde buik die niet overgaat.

Bron: DeGynaecoloog – een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul aub een opmerking in!
Vul hier uw naam in