Samen Zwanger - 'Laat ouders na vroeggeboorte meewerken op couveuse-afdeling'

Groot onderzoek toont aan: laat ouders van te vroeg geboren kinderen zo veel mogelijk zélf meehelpen in het ziekenhuis. Geef ze een cursus zodat ze in overleg met verpleegkundigen hun baby in een couveuse zelf kunnen verzorgen. Beter voor kind, én moeder. “Maar je moet wel een grens bepalen.”

Het onderzoek is gedaan in 26 Canadese ziekenhuizen.

Nog maar een paar decennia geleden werd een moeder na de geboorte van haar pasgeboren kind ‘gewoon’ naar huis gestuurd – het te vroeg vroeg geboren kind achterlatend in een couveuse. Met de ogen van nu is het nauwelijks voor te stellen, maar het ging vroeger écht zo, zegt Tjarda den Dunnen. Zij is voorzitter van de Vereniging van Ouders van Couveusekinderen. “Je kon alleen achterin de zaal even kijken, vanachter een raam, je mocht als ouder niet eens op de afdeling komen. Gelukkig zijn de meeste artsen hier wel van teruggekomen.”

Veel te vroeg

Den Dunnen is ervaringsdeskundige. Haar zoontje, nu een gezonde kleuter, kwam vijf jaar geleden al met 26 weken ter wereld. Veel te vroeg dus. Toch kreeg ze haar zoontje al snel na een medische check op de borst. “Alle kindjes onder de 32 weken komen in principe op de intensive care-unit”, vertelt ze. “Als het kindje stabiel is, dan wordt het direct bij de ouders gelegd, zodra dat enigszins kan.”

Dat huid-op-huidcontact belangrijk is voor de gezondheid van álle baby’s, dat is al langere tijd bekend. Volgens het Canadese onderzoek blijkt dat de gezondheid van couveusebaby’s er nóg veel meer op vooruit gaat als ouders taken van het ziekenhuispersoneel overnemen. Het kind wassen, de temperatuur meten, luiers verschonen: het wordt nu allemaal vooral gedaan door verpleegkundigen. Laat ouders dit soort dingen veel meer zélf doen, is de conclusie.

1800 baby’s

Voor het onderzoek onderzochten de Canadezen de gezondheid van 1800 baby’s op de intensive care-afdelingen in 26 ziekenhuizen in Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. De ene helft van de couveusebaby’s kreeg de zorg van hun eigen ouder én het ziekenhuispersoneel, de andere helft van alléén het ziekenhuispersoneel. Voor de eerste groep bleek dit zeer positieve effecten te hebben op de gezondheid van zowel het kind als de ouder.

Ouders hadden een speciale training gevolgd en moesten zes uur per dag, vijf dagen per week, ‘werken’ op de afdeling. De baby’s werden door de ouders gewassen, gevoed en aangekleed. Ook dienden ze medicijnen toe, verschoonden ze luiers en namen ze de temperatuur op.

Bij kinderen die door hun eigen ouders werden verzorgd, bleek na drie weken het gewicht te zijn toegenomen. Ouders ervoeren minder stress en hadden, als het kind eenmaal thuis was, minder problemen met het geven van borstvoeding.

Goed idee

Anton van Kaam, hoogleraar neonatologie in het AMC, vindt het een goed idee om ouders meer te betrekken op de intensive care. “Ouders zien heel goed de signalen van hun kind. Als het kind stiller is dan normaal, dan zie ze dat. Wij als artsen missen die informatie.” Hij noemt het Canadese onderzoek ‘belangrijk’.

Ouders mogen nu al veel meer doen dan vroeger, vertelt hij. Ze mogen weleens een schone luier geven bijvoorbeeld, of de temperatuur meten. Veel verder gaat het op dit moment nog niet. Maar wat de hoogleraar betreft komt daar verandering in. Zo’n training voor ouders ziet hij wel zitten. Al zet hij nog wel een paar kanttekeningen. “Tot hoe ver ga je ouders toelaten? Wat is de grens? Laat je ouders ook medicijnen inspuiten? Dat lijkt mij niet. Dus dan moet je een grens definiëren.”

Traumatische ervaring

Tjarda den Dunnen ziet zich door de resultaten van het onderzoek gesterkt in haar missie: ouders meer betrekken bij de zorg voor premature baby’s. Ook omdat het krijgen van een te vroeg geboren baby een heftige, stressvolle periode is. “Het is een hele traumatische ervaring. Je bent als ouder angstig. Kinderen die zo vroeg geboren worden kunnen bijvoorbeeld zomaar stoppen met ademen, het is geen reflex. Dat is heel confronterend. Je bent je heel bewust dat het zomaar kan stoppen.”

Volgens Den Dunnen kom je als moeder terecht in ‘een wereld die niemand ooit voor ogen heeft gehad’. “Je kind ligt in een couveuse, aan allerlei draden en apparatuur. Je voelt dan vaak ook niet direct dat dit jouw kind is. Angst en onzekerheid overheersen.”

Angstige periode

Ook als het kind uiteindelijk naar huis mag, breekt voor ouders een spannende tijd aan. Den Dunnen herinnert zich nog dat ze op een dag wel honderd keer bij haar zoontje ging kijken of die nog ademde. Ouders die meer betrokken worden in het ziekenhuis, zullen beter met die angstgevoelens om kunnen gaan, denkt ze.

Den Dunnen ziet dat ziekenhuizen ouders steeds meer betrekken. “Nu zijn ze bezig met neosuites, daar kun je verblijven bij je kind. Je wordt ook steeds meer betrokken bij de zorg.”

Hoogleraar Van Kaam: “Thuis zorg je ook voor je kind. Eigenlijk is het heel logisch dat je ouders veel meer betrokken laat zijn.”

Bron: RTL Nieuws

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul aub een opmerking in!
Vul hier uw naam in