Een bevalling is voor de meeste vrouwen en hun partners een van de meest bijzondere en indrukwekkende gebeurtenissen in hun leven. Van tevoren weet je niet hoe een bevalling verloopt en dat maakt het ook spannend. Een goede voorbereiding op de bevalling kan angst en onzekerheid wegnemen. Zo kan het volgen van een zwangerschapscursus of je inlezen op het internet helpen om meer ontspannen de bevalling in te gaan.
Aan het einde van de zwangerschap kan het zijn dat je vaker harde buiken krijgt. De baarmoeder wordt dan hard en dit kan erg vervelend aanvoelen. Dit is nog niet het echte begin van de bevalling. Een warme douche of rust kan verlichting geven.
Latente fase
Dan ineens begint het dan toch echt. Meestal start de bevalling met weeën. Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder. Er zijn verschillende soorten weeën. Je kunt buik-, rug- of beenweeën hebben. In het begin zijn ze vaak nog kort en niet zo pijnlijk. Je kunt dan nog wat afleiding zoeken of proberen te slapen. Je zult merken dat de weeën steeds pijnlijker worden en langer gaan duren. De tijd tussen de weeën wordt ook korter. De weeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond zacht wordt en helemaal open gaat. Dit noemen we de ontsluiting. Bij een eerste kindje duurt dit vaak langer dan bij een volgend kindje. Als een bevalling goed is begonnen, kan dit zo’n 4-14 uur duren. Tijdens de ontsluiting komen we als verloskundige een aantal keren bij je kijken. We controleren of het goed gaat met jou en met de baby. De ontsluiting voelen we door het doen van een inwendig onderzoek.
Hoe zorg je er nu voor dat je kunt ontspannen?
Ontspannen is de beste manier om met de pijn om te gaan. Als je ontspant maak je het hormoon endorfine aan. Endorfine is een natuurlijke pijnstiller en zorgt ervoor dat de pijn minder erg is. Warm water is een goede methode. Een bad of douche kan verlichting geven. Verder is het ook belangrijk dat je je op je gemak voelt. De aanwezigheid van je partner of een andere naaste kan ervoor zorgen dat je je ondersteund voelt, waardoor je beter kunt ontspannen. Verder is het goed om verschillende houdingen uit te proberen tijdens de ontsluiting. Zo helpt de zwaartekracht mee, maar ben je zelf ook actief met de weeën bezig. Dat geeft vertrouwen en kracht.
Actieve ontsluitingsfase
De vliezen kunnen zelf breken of door de verloskundige gebroken worden. Dit gebeurt vaak als je al goede weeën en meerdere centimeters ontsluiting hebt. Een enkele keer breken de vliezen voordat je weeën hebt. Dan wachten we rustig af of de weeën ook op gang gaan komen.
Uitdrijvingsfase
In het laatste gedeelte van de ontsluiting krijg je meer drukgevoel. Als je dan de nodige 10 centimeter ontsluiting hebt bereikt en je krijgt onthoudbare persdrang, dan kun je gaan persen. Dit kan ook in verschillende houdingen, bijvoorbeeld op de baarkruk, in rug- of zijligging of in bad. Tijdens het persen duwt je baarmoeder samen met jou het kindje steeds verder door het geboortekanaal. Bij een eerste kindje duurt het gemiddeld 1 uur voordat de baby geboren wordt. Bij een volgend kindje kan het heel snel gaan. Je kunt zelf meekijken met een spiegel wat er gebeurd. Tijdens het persen zien we steeds meer van het hoofdje van het kindje.
Geboorte van de baby
Dan is het lang verwachte moment daar: Jullie baby is geboren en kan bij je op de buik gelegd worden. Als de hartslag van de baby niet meer in de navelstreng te voelen is, knipt papa (in de meeste gevallen) of mama die door. We laten de baby, als alles goed gaat, fijn en warm bij jou op je buik liggen. Wil je borstvoeding geven, dan gaat de baby soms al zelf op zoek naar de borst. Doet je baby dat niet, dan helpen we je met aanleggen.
Geboorte van de moederkoek (placenta)
Op dit moment ben je bijna klaar met bevallen. De moederkoek (placenta) moet nog geboren worden. Dit is het huisje waar jullie kindje in gegroeid en ontwikkeld is. De moederkoek wordt vaak binnen 5-30 minuten geboren. Het kan zijn dat je bij de bevalling ingescheurd of geknipt bent. Dit wordt in de meeste gevallen door de verloskundige gehecht. Daarna kan de kraamtijd gaan beginnen.
Auteur: Willeke van den Brink, Verloskundige
